HET GAAT ALTIJD OVER LIEFDE
AMNERIS
Elke sage en legende,
ieder sprookje, elk verhaal,
de geringste anekdote,
oud of nieuw, in elke taal,
als een tijdloos web van woorden
dat de eeuwen overspant,
genoteerd voor generaties,
of geschreven in het zand,
vol van vreugde, nat van tranen,
warm en teder, scherp en zwart,
over duizend personages
of een eenzaam kloppend hart;
elk verhaal van alle mensen
dat ons doorgegeven wordt
gaat uiteindelijk over liefde,
en het menselijk tekort...
Luister dan nu naar
het verhaal van liefde
in een tijd vol haar,
over liefde die eindigde in
landverraad,
waar de brede Nijl woestijnen
bloeien deed,
midden in een oorlog,
bikkelhard en wreed.
De rivier was voor Egypte
ademtocht en levensbron,
die zij als bezit beschouwde
en met geen ander delen kon,
dus mocht de naaste buur
geen goede vriend meer zijn:
Nubië vernederd, leeggeroofd,
alleen nog pijn...
MOED WORDT ALTIJD BELOOND
SOLDATEN
oh oh
Moed wordt altijd beloond
oh oh
Moed wordt altijd beloond
RADAMES
Glorie voor Egypte, want het kent
zijn grenzen niet,
van de vruchtbaar-groene delta tot
het dor woestijngebied.
Hoe meer gezien, hoe meer
gehoord, hoe wijzer les geleerd,
hoe verder weg gegaan, hoe rijker
weergekeerd.
SOLDATEN
oh oh
Moed wordt altijd beloond
RADAMES
Ik zie de taak mij toebedeeld,
de lange weg die voor me ligt,
over alle grenzen heen,
het einde is nog niet in zicht:
de nacht verlicht, het tij gekeerd,
de dood besport, en afgereisd
naar nooit in kaart gebracht
gebied...
RADAMES EN SOLDATEN
Moed wordt altijd beloond
RADAMES
Hoe meer gezien, hoe meer
gehoord, hoe wijzer les geleerd,
hoe verder weg gegaan,
hoe rijker weergekeerd.
Neem het lot in eigen hand:
ons is alles toegestaan,
het is onze vrije keus
om op te staan of neer te gaan.
Deze waarheid drijft mij voort
als leiden van een legermacht,
maar wankelt weer in het paleis...
Kracht wordt altijd beloond
SOLDATEN
Oh oh
RADAMES
Jeugd wordt altijd beloond
SOLDATEN
Oh oh
RADAMES
Moed wordt altijd beloond!
VROEGER IS EEN VERRE STER
AIDA
U weet niets van mijn wezen,
mijn zwakte, mijn kracht,
wat weet U van een volk dat
U zo diep veracht?
U graait in ons leven,
U plundert ons huis,
en wat U niet vindt
begeert U het meeste:
ons hart krijgt U nooit in
Uw macht
Vroeger is nu een verre ster,
een vreemd vijandig land,
met vreemde harde mensen,
harde stemmen, harde hand,
en de schatten van mijn
kindertijd
als rakhout op het strand.
Het heden is een niemandsland,
een eiland in de tijd,
een weg van niets naar nergens,
te zinloos nog voor spijt.
Maar ik raakte ergens onderweg
al mijn zekerheden kwijt.
De toekomst neemt mijn
adem weg:
een stil en dood moeras:
van alles wat mijn leven was
alleen het leeg en zwart karkas.
Een laatste vlam van giftig vuur
legt mijn dromen in de as...
Een laatste vlam van giftig vuur
legt mijn dromen in de as.
BOUW MAAR GAUW EEN PYRAMIDE
ZOSER
Terwijl jij je mocht vermaken
vloog ook hier de tijd voorbij,
en nu wachten jou de taken
die zijn voorbereid door mij.
Allereerst is daar je huw'lijk,
je weet hoop ik nog met wie,
want haar vader, 't is afchuw'lijk,
helpt geen enkele therapie.
Jazeker, onze zeer solide
Zoon van Isis left het af:
Bouw maar gauw een pyramide
voor een waardig koningsgraf!
Men zal droef de hoofden buigen
als de vorst ligt opgebaard.
Maar de architecten juichen
want de klus moet weer geklaard.
En een nieuwe ster zal rijzen:
als die and're is gedoofd
zal mijn zoon de toekomst wijzen,
onze hoop en ons geloof.
't Is de loop van de geschiedenis,
bestierd van bovenaf...
Bouw maar gauw een pyramide
voor een waardig koningsgraf!
Bouwen, bouwen
Een waardig koningsgraf
Binnenkort zal men ervaren
dat hier niets hetzelfde blijft:
Blijf
Laat het volk zijn tranen sparen,
want nog voor het lijk verstijft
Stijf
zal Egypte triomferen
in de allergrootste stijl,
onbedwingbaar, niet te keren,
als het water van de Nijl!
Stuur er slaven, ambachtslieden,
ja zelfs kinderen op af:
bouw maar gauw een pyramide
voor een waardig koningsgraf!
Bouwen, bouwen
Bouwen, bouwen
Bouwen, bouwen
Bouwen
Bouwen, bouwen
Bouwen
In het huis dat wij hem bieden
is de dood niet echt een straf...
Bouw maar gauw een pyramide
voor een waardig koningsgraf!
O IK KEN U
MEREB
Ik sleet mijn kinderjaren
in Uw geboortestad.
Meedogenloos en onverwacht
kwam oorlog op ons pad:
Egyptenaren overal,
wij werden weggevoerd.
U heeft het zien gebeuren,
ik zie: U bent geroerd...
Ja, ik ken U,
o, ik ken U.
Toch was tot aan die morgen
bevoorrecht ons bestaan,
in veiligheid en weelde,
want mijn vader had een baan
als raadsman van de Vorst, jawel,
dat zegt U iets misschien,
per slot bent U zijn dochter...
Dat had ik zo gezien.
Ja, ik ken U,
o, ik ken U.
AIDA
Je weet teveel en ieder woord
leidt enkel maar tot spijt.
Ik ben een slaaf, precies als jij,
wij zijn ons leven kwijt...
MEREB
Nooit zal ik laten varen,
zo min als U dat kunt,
dat sprankje hoop op vrijheid
dat 't bange hart ons gunt.
AIDA
Ik heb geen hoop, je kent me niet,
je hebt me nooit gezien!
MEREB
U blijft een Koningsdochter...
Sta toe, dat ik U dien.
AIDA
Niemand kent mij.
MEREB
Ja, ik ken U,
AIDA
niemand kent mij...
MEREB
Ja, ik ken U,
o, ik ken U.
MIJN PAKKIE AN
AMNERIS
Een mens wordt in het leven
doodgeslagen
met allerlei advies en goei raad:
dieet, gezondheid, fitness,
levensvragen...
en ander dom gedoe en loos gepraat.
Conversatie?
Acht - niet zo hoogdravend.
Humor dan?
Gaat ook maar tegenstaan.
Van de vroege ochtend tot de late avond
heb ik maar één zorg:
wat trek ik aan?
Luister luister, ijdeltuiten:
echte schoonheid zit van buiten,
ja, in streepjes, nopjes, ruit en
pied de poule.
Laat het schitteren en stralen
om er alles uit te halen,
en dat is in mijn geval nogal
een boel.
Loop ik in een lap vitrage,
is dat morgen al een rage,
van Kadesh tot Thebe,
tot aan Assouan.
Dus ik zweer het bij de goden,
liever dood dan uit de mode...
Weetje, kleding is gewoon
mijn pakki-an!
haute couture
peperduur
overal
ieder uur
Ga je uit of juist cocoonen?
van je kruin tot aan je schoenen,
kleed je tiptop picobello
en piekfijn.
Ja ja piekfijn
Vol ornaat of negligeetje,
doe het goed en niet een beetje,
grijze muizen zouden
strafbaar moeten zijn!
moeten zijn
Laat het puitje van de incrowd
ooh haute couture
zich vergapen aan de inhoud
ooh peperduur
van mijn kasten, want
ooh overal
daar leren ze wat van.
wij mogen de kasten zien
Wil je zwierig, wil je zedig,
ooh zwierigheid
wees in 's hemelsnaam volledig!
ooh ledig ledig
Ja, kleding is gewoon
mijn pakkie-an!
haute couture, peperduur
overal, ieder uur
haute couture, peperduur
Ja wat trek ik aan...
haute couture, peperduur
overal, ieder uur
haute couture, peperduur
O-o-overal...
overal, ieder uur
haute couture, peperduur
Ieder uur...
overal
Dus breng mij al m'n kleertjes,
kleertjes
al m'n strikjes en m'n veertjes,
m'n veertjes
oogverblindend,
zo opwindend als maar kan.
oogverblindend en opwindend
wereldschokkend
Wereldschokkend,
ademstokkend
ademstokkend
ademstokkend
de charmantste
haute couture
elegantste
peperduur
imposantste
overal
ravissantste...ja
ieder uur
kleding is gewoon
kleding is gewoon
mijn pakkie an!
ja wat trek ik aan
Mijn pakkie-an!
ja wat trek ik aan
En ik zeg
o wat trek ik aan?
ja wat trek ik aan
Kleding is gewoon
kleding is gewoon
mijn pakkie...
mijn pakkie, mijn pakkie
an!
Jaah breng mij al m'n kleertjes,
oh al m'n kleertjes
al m'n strikjes en m'n veertjes
oh en m'n veertjes
oogverblindend,
zo opwindend als het maar kan,
zo opwindend, oogverblindend
wereldschokkend
Wereldschokkend,
ademstokkend, ademstokkend
ademstokkend
Kleding is gewoon
mijn pakkie-an!
Ja wat trek ik aan
Mijn pakkie an!
ja wat trekt ik aan
En ik zeg
ja wat trek ik aan
o, wat trek ik aan?
Kleding is gewoon
kleding is gewoon
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
mijn pakkie
an!
an!
ALS SCHEPEN IN DE NACHT
RADAMES
Ik zou een keer mijn dromen
willen delen,
de schoonheid van een zeilschip
in
de wind,
en een ogenblik van stilte willen
stelen
op plaatsen waar je haast
geen mensen vindt.
AIDA
Had ik mijn vrijheid weer,
dat zou ik varen
naar plaatsen nog voorbij de
horizon
geen wetten in de weg,
en geen bezwaren
alleen de lieve vrede...als het kon.
RADAMES
Geen schuld en geen verplichting
hield me tegen,
AIDA
voor altijd in het land waar ik van hou,
RADAMES
de goden staan me bij op al mij
wegen,
AIDA
zodat ik hoop en houvast vinden zou...
RADAMES EN AIDA
Maar waarom vertel ik dit
AIDA
die vreemde harde man,
RADAMES
die vrouw die ik niet ken
en beter maar vergeten kan?
RADAMES EN AIDA
We zien elkander uit de verte,
als schepen in de nacht,
en toch heb ik er één moment,
heel even aangedacht...
RADAMES
Maar waarom vertel ik dit
die vreemde sterke vrouw,
die vrouw die ik niet ken
en beter maar vergeten zou?
We zijn elkaar allang voorbij
als schepen in de nacht,
en toch, ze kende mijn verhaal,
ze wist het allemaal.
Ik voel haar kracht...
MIJN PAKKIE AN (REPRISE)
AMNERIS
Ik mag zelfverzekerd lijken
als de mensen naar me kijken,
bij de tijd, en lke mode altijd voor.
Maar ik kan er soms om huilen,
want ik blijf me maar verschuilen...
ik weet 't wel, het stelt niet zoveel
voor.
AIDA
Zoveel mogelijkheden krijgen
en toch altijd moeten zwijgen...
AMNERIS
D'r is gewoon niks anders dat ik kan.
Dus ik vlinder en ik lach.
AIDA
Niet doen...'k weet zeker,
op een dag
vindt U houvast,
iets dat U past.
AIDA EN AMNERIS
Uw (mijn) pakkie-an...
DANS VAN DE MANTEL
AIDA
Ik weet wat zij vragen van mij...
en huiver;
ze willen dat ik sterk ben en compleet,
en dat ik volwassen en wijs en zuiver
de dingen zal doen die mijn
vader deed.
Maar wat kan ik nu nog aan goeds
voor ze doen?
Niet genoeg...
nooit genoeg.
NUBIERS
Aida! Aida!
Onze wens ik klein:
een leven lang leiding,
wilskracht, wijsheid.
't Is misschien onbescheiden,
maar minder kan 't niet zijn,
Aida! Aida!
NEHEBKA
Hij zou van brokaat en van goud
moeten wezen
en goud en brokaat zijn voor ons
niet te koop,
maar draag hem in al zijn
wanhopige schoonheid;
Uw mantel van liefde,
Uw mantel van hoop,
en breng ons verlossing en maak
ons weer vrij...
Neem 'm aan!
Beem hem aan!
NUBIERS
Aida! Aida!
Onze wens is klein:
wij verlangen een leven lang
leiding, wilskracht, wijsheid.
't Is misschien onbescheiden,
maar minder kan 't niet zijn.
Aida! Aida!
Aida! Aida!
Aida! Aida! Aida!
AIDA
Wat zij van mij vragen is dwaas,
en bijna
onmogelijk hoopvol, en toch,
ik voel:
de droom die zij dromen is ook
de mijne,
wij reiken naar 'n eender
gezamenlijk doel.
Het vuur dat nog smeult in de as
van weleer
is genoeg. Is genoeg!
Is genoeg.
NUBIERS
Aida! Aida!
Aida! Aida!
Aida! Aida! Aida!
AIDA
't Is genoeg!
IK NIET
RADAMES
Ik wist op alles antwoord,
ik stelde nooit een vraag.
Een toonbeeld van tevredenheid
Waarom is dat verleden tijd?
Zo anders is 't vandaag.
MEREB
O, nee
RADAMES
Ik kende noot de twijfel
en ik stond altijd sterk
in harmonie met hart en lijf,
liefde was een tijdverdrijf
en oorlog was mijn werk.
MEREB
Hoe kan hij zo veranderen...
RADAMES
En wie had ooit gedacht dat het
bestond?
MEREB
O, nee
RADAMES
Ik niet,
MEREB
Ik niet,
RADAMES
ik niet
MEREB
ik niet
RADAMES
Zo klein te zijn
en zonder vaste grond?
MEREB
O, nee
RADAMES
Ik niet,
MEREB
Ik niet,
RADAMES
ik niet
MEREB
ik niet
RADAMES
Wie had gedacht dat ik mijn
zekerheid
zou offeren voor zoiets als
tederheid?
MEREB
Laat het niet zo zijn...
RADAMES
Ik niet
MEREB
Ik niet
Hij is verliefd...
maar veranderen zal hij niet alleen.
AIDA
Wat is liefde begeerlijk
en wat doet liefde pijn...
AMNERIS
Mijn lege kamer staart me aan,
ik wil daar met hem binnen gaan
en niet alleen meer zijn.
AMNERIS EN AIDA
En wie had ooit gedacht dat het
bestond?
Ik niet, ikniet;
en dat een blik, een enkel woord
volstond?
Ik niet, ik niet;
Wie had ooit gedacht dat hij zijn
zekerheid
zou ruilen voor liefde in
eeuwigheid?
Ik niet, ik niet
RADAMES, AIDA EN AMNERIS
En wie had ooit gedacht
dat het bestond
Ik niet,
MEREB
Ik niet,
RADAMES, AIDA EN AMNERIS
ik niet
MEREB
ik niet
RADAMES, AIDA EN AMNERIS
zo'n groots en onverbrekelijk
verbond?
Ik niet,
MEREB
Ik niet,
RADAMES, AIDA EN AMNERIS
ik niet
MEREB
ik niet
RADAMES, AIDA EN AMNERIS
Wie had gedacht dat hij zijn
(ik mijn) zekerheid
zou ruilen voor lifde in
eeuwigheid?
Ik niet,
MEREB
Laat 't niet zo zijn
RADAMES, AIDA EN AMNERIS
ik niet
MEREB
Ik niet,
o, ik niet...
VERWARREND BESTAAN
RADAMES
Ik dit wreed en verwarrend bestaan
leeft een liefde niet zo lang;
mensen zo ver bij elkaar vandaan...
dromen broos, en harten bang.
En zo onbeschrijfelijk alleen,
zo wil ik het leven niet,
en zo aardedonker om ons heen,
zo wil ik de liefde niet,
alles wat ik wil ben jij...
samen gebonden, samen vrij.
We zijn dwaas,
maar we spelen het spel,
de één verliest, een ander wint.
De beloning is hemel of hel,
grijp je kans, we spelen blind...
En ik ben zo moe van het gedoe,
zo wil ik het leven niet,
één moment geluk zo af en toe,
zo wil ik de liefde niet,
alles wat ik wil ben jij...
samen gebonden, samen vrij.
Ik kan niet langer zwijgen,
ik moet het aan je kwijt,
want hoe lang moet ik wachten op
de juiste plaats en tijd?
RADAMES EN AIDA
In dit wreed en verwarrend bestaan
raakt het hart zo erg van slag;
wat is waarheid, wat is waan?
Alles kan, en alles mag.
AIDA
Toch zegt een stem hier diep
binnenin:
zo wil ik het leven niet.
RADAMES
Toch zegt een stem hier diep
binnenin:
zo wil ik de liefde niet.
Maar omdat ik jou bemin
zijn deze woorden....
RADAMES EN AIDA
...en begin
GEZEGEND NUBIE
AIDA
Als een vogel zal ik vliegen
op de adem van de wind
naar het land waar ik mijn dromen,
mijn verloren jeugd hervind.
En het lied van hoop en vrede
dat hier bijna, bijna niet meer klinkt,
is het lied dat ik zal horen als mijn
volk in vrijheid zingt.
Gezegend Nubië,
de speeltuin van de goeden,
zo luisterrijk en teder,
zo weerbaar en zo mooi.
Gehavend Nubië,
een nieuwe dag zal komen,
al ben je nu vertwijfeld,
verslagen en berooid.
NEHEBKA
Het lied van Nubië...
het fluister in de wolken,
zo hoog en zuiver,
de zwaluw neemt het mee.
AIDA, NEHEBKA EN NUBIERS
De pijn van Nubië
zal langzaamaan verdwijnen,
het water draagt de allerlaatste
tranen naar de zee.
ALLEN
Tranen naar de zee
AIDA, NEHEBKA, MEREN EN
NUBISCHE VROUWEN
Geloof in Nubië,
het huis van onze vaderen,
het land van ons verlangen
zal nooit ten onder gaan.
ALLEN
De kracht van Nubië
verwarmt de koude aarde,
de ochtenzon zal juichen
in een zee van golvend graan.
Als een vogel zal ik vliegen
op de adem van de wind,
naar het land waar ik mijn dromen,
mijn verloren jeugd hervind.
Gezegend Nubië,
de speeltuin van de goden,
zo luisterrijk en teder,
zo weerbaar en zo mooi;
gehavend Nubië,
een nieuwe dag zal komen,
al ben je nu vertwijfeld, verslagen
en berooid.
Het lied van Nubië,
het fluistert in de wolken,
zo hoog en zuiver,
de zwaluw neemt het mee;
de pijn van Nubië zal
langzaamaan verdwijnen,
het water draagt de allerlaatste
tranen naar de zee,
het water draagt de allerlaatste
tranen naar
AIDA
de zee
ALLEN
Als een vogel zal ik vliegen,
op de adem van de wind.